Half time: lessen uit de eerste helft van mijn werkende leven
Of: waarom je moet vissen met een blikje knakworst
Zo. De eerste helft zit er op. En hier zit ik dan. Als herstartende freelancer. Met een bekertje thee en een half banaantje in een kleedkamer in Amsterdam Noord. Na te denken. Welke lessen trek ik uit twintig jaar pielen, creëren, producties en samenwerken?
Wat heb ik geleerd? Wat kan ik delen? Wat is de purpose van m’n why? Wat definieert werken eigenlijk? Heb ik een midlife crisis? Is een flat white met havermelk echt lekkerder dan met koemelk? Zoveel vragen, zo weinig tijd.
En waar begin je dan mee? Terug naar de basis. Eens scherp krijgen wat ik werkelijk belangrijk vind in werk en creatie. Wat overblijft zijn zes mantra's die me bij ieder project te binnen schieten en me uitdagen om in de praktijk te brengen.
Overtreed ik wel eens mijn eigen wetten? Ja natuurlijk. Dagelijks.
“You teach that which you need to learn the most." Ik ben een leerling van mijn eigen ambitie. Maar door het op te schrijven en te delen, dwing ik mezelf om scherp te blijven.
Bovenal heb ik gewoon zin om weer te schrijven en dat wat ik in zoveel gesprekken luidkeels verkondig, nu ook eens op papier te zetten.
Daarom publiceer ik de komende maanden wekelijks een persoonlijk mantra. Met deze week het openingssalvo:
Regel 1: De meeste mensen doen maar wat
(Met nadruk op het het woord ‘doen’)
Wat een bevrijding.
Het moment dat je je echt realiseert dat bijna iedereen om je heen, óók op hoge functies, of met succesvolle bedrijven, over het algemeen niet beter, briljanter of strategischer zijn dan jij.
Steve Jobs zei ooit: “Everything around you that you call life was made up by people that were no smarter than you and you can change it, you can influence it, you can build your own things that other people can use.”
Prachtig natuurlijk, maar het 'leven beïnvloeden' is makkelijker gezegd dan gedaan.
Want je moet met die wetenschap nog steeds aan de bak. De mensen die het verschil maken, zijn namelijk mensen zoals wij, alleen zitten ze niet stil. Ze ondernemen. Ze handelen. Ze ontworstelen zich aan verlammende keuzestress en faalangst.
De meeste mensen doen maar wat. Maar ze doen wel íets.
Een wijze les uit de dierentuin van BNN
Dik een decennium geleden werkte ik bij het geweldige, onvergetelijke, losgeslagen projectiel dat BNN heette, toen de algemeen directeur aankondigde dat hij ging vertrekken.
Ik was altijd nogal onder de indruk van zijn schijnbaar onverstoorbare houding in die chaotische Hilversumse dierentuin. Dus voor hij het pand verliet, wilde ik wel eens weten hoe hij dat nou deed, zo rustig doorgaan als iedereen als een kip zonder kop rond rende. Als er weer eens (overdreven) ophef rond onze programma’s was. Of de NPO het beleid maar weer eens omgooide.
Zijn reactie (en ik parafraseer tien jaar na dato): “Ach Harm. Ik doe ook maar wat. Ik maak keuzes, samen met slimmere mensen dan ik. En die weten ook lang niet alles. Maar we maken wel een keuze. En daar sta ik dan achter. Als het een verkeerde keuze blijkt, dan geef je dat toe, en pas je de route aan. Maar ik kies een richting, en toon geen twijfel, ook al weet ik soms echt niet veel meer dan jij.”
De meeste mensen doen maar wat. Met de informatie die er is en gezond verstand. En het belangrijkste: Ze doen. Ze kiezen. Je kan altijd bijsturen.
Ferry vist met knakworst. Be like Ferry.
Er is een legende over twee mannen die aan een meer komen wonen en een weddenschap afsluiten wie de beste visser zal worden.
Laten we ze Frank en Ferry noemen. Frank neemt het gelijk zeer serieus. Hij leest boeken over vissen, bekijkt eindeloos Youtube tutorials en spaart voor goede hengels, waterdichte kleding en alles wat je nodig hebt als visserbaas. Na een paar maanden is hij er helemaal klaar voor. Met een hoofd vol kennis en de allerbeste spullen vaart hij het meer op.
Maar hij vangt niks. Het meer is leeg.
Want terwijl Frank eindeloos aan het voorbereiden was, stapte Ferry op dag één met een zelfgemaakte hengel en een stuk knakworst als aas het water op. Hij ving weinig, maar optimaliseerde iedere dag zijn aas, timing en visplek, tot hij drie maanden later alle vis uit het meer had getrokken.
Los van de weinig duurzame benadering van vissen (en wie eet al die vis dan eigenlijk op), is de moraal van het verhaal: niemand is vanaf dag 1 een getalenteerd visser. Maar alleen door te doen, boek je vooruitgang.
Stoppen met over-analyseren en perfectioneren dus.
En ik? Ik doe m’n best. Ik schrijf eindelijk weer. En ik publiceer, ook al is het nooit goed genoeg als je op ‘publish’ klikt. So be it.
We vissen met een blikje Unox tot we het meer leegtrekken.